Energiegigant Shell erkent dat lagere olie- en gasprijzen nog even aanhouden. Tegelijk wil topman Ben van Beurden vasthouden aan de beoogde overname van collega BG. Die overname dreigt veel te duur uit te pakken, stelt Errol Keyner.
De strategie van Shell is duidelijk. De olie- en gasgigant erkent de duurzaamheidstrend, maar beperkt zich tot haar kerncompetenties. Geen grote investeringen in zonne- of windenergie. Ook geen baanbrekend onderzoek naar kernfusie. Wel zet de onderneming steeds meer in op gas, de minst vervuilende fossiele brandstof.
De in april aangekondigde beoogde overname van het Britse BG past in de strategie om gas nog dominanter te maken bij Shell. Het prijskaartje van 64 miljard euro vonden veel beleggers echter fors.
Olie- en gasmarkt: hoog aanbod, lagere prijzen
Steeds meer beleggers zullen dat inmiddels vinden. In de tussentijd is de situatie op de olie- en gasmarkt allesbehalve verbeterd. Doordat de OPEC de productierem heeft verwijderd en schaliegasproducenten in de Verenigde Staten het langer volhouden dan gedacht, blijft er wereldwijd voorlopig een hoog aanbod. Olie- en gasprijzen zullen hierdoor langer laag blijven dan eerder aangenomen.
Dit drukt niet alleen de winsten en kasstromen, maar maakt het lastiger voor Shell om de 64 miljard euro snel terug te verdienen. Juist in een tijd waar Shell noodgedwongen andere investeringen stopzet, reorganiseert en probeert beleggers te kalmeren door het dividend op peil te houden ondanks veel lagere winsten.
Overname BG: terug naar onderhandelingstafel
Natuurlijk, Shells horizon strekt verder dan slechts een paar jaar. Gasprijzen kunnen uiteindelijk een veelvoud bedragen van nu. De strategie om meer te investeren in gas is logisch en kan over tien of twintig een gouden greep blijken.
Dat is echter geen rechtvaardiging om de hoofdprijs te betalen voor BG. Voldoende reden om terug naar de onderhandelingstafel te gaan. De breakup fees bij een eventuele afgeketste overname zullen een fractie zijn van wat Shell momenteel teveel zou betalen.
Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel. De auteur heeft geen positie in olie- en gasbedrijven.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl